Hartstocht zonder rem
Chips… vandaag is de verjaardag van een ex. We leerden elkaar kennen bij een bedrijf in Bloemendaal, waar hij werkte als engineer en ik als afdelingssecretaresse. Dat kantoor bevond zich in een ronduit schitterende villa. Elke ochtend liep ik daar met plezier naartoe en voelde me – al was het maar even – een rijk mens zodra ik dat imposante pand betrad.
Hij werkte in een ander deel van het gebouw, maar tijdens de lunch kruisten onze paden regelmatig. Tot hij op een dag plotseling voor mijn bureau stond. Ik was net bezig geld in te zamelen voor een gezamenlijk afscheidscadeau voor een collega. Op het moment dat onze blikken elkaar vonden, voelde ik het meteen: dit was geen doorsnee ontmoeting. Er zat iets in zijn ogen, iets bijzonders – en ik raakte er volledig van de kaart. Zo van de kaart zelfs, dat ik de hele inhoud van de inzamelenvelop op de grond liet kletteren. We doken allebei naar beneden om het geld op te rapen en – jawel – stootten onze hoofden tegen elkaar. Een komisch moment, maar ik voelde ook meteen een soort vonk. Pure elektriciteit.
Al snel kwam ik erachter dat hij helaas al een relatie had, en zelfs samenwoonde. Ik vond dat toen al intens jammer. En ergens, diep vanbinnen, wist mijn hoofd dat ik dit feit niet zomaar zou accepteren als iets definitiefs.
Wat heet… het ontwikkelde zich voor mij tot een bijna obsessieve vorm van liefde. Hij zat voortdurend in mijn hoofd – bij alles wat ik deed, dacht ik aan hem. Zelfs als het niet vanzelf ging, probeerde ik manieren te vinden om onze blikken te laten kruisen. Tot ik op een dag mijn moed verzamelde en hem mijn allereerste e-mail stuurde. Lichtvoetig en grappig van toon, uiteraard – niets te opvallends. Maar ondertussen zat ik op hete kolen, reikhalzend uitkijkend naar een reactie van zijn kant.
Hoe het precies is gegaan, weet ik nog steeds niet, maar het leek er sterk op dat het hele bedrijf – en vooral het management – al snel op de hoogte was van onze mailwisseling. Ik voelde het gewoon in alles: blikken, opmerkingen, een sfeer die subtiel maar onmiskenbaar veranderde. Alsof men me op indirecte, bijna sluwe wijze probeerde te waarschuwen voor wat zich daar aan het ontvouwen was.
Het kon me allemaal weinig schelen – niets kon mijn blijdschap temperen. Al was hij de koning zélf geweest, er was niets of niemand die me had kunnen weerhouden van deze toenadering. Uiteindelijk spraken we bij mij thuis af. Hij zou Chinees meenemen, we zouden gewoon samen zijn, rustig, zonder poespas. Maar nog voor we een hap hadden genomen, lagen we al in elkaars armen. Het eten bleef onaangeroerd, maar de spanning tussen ons – die werd eindelijk ingelost.
Natuurlijk hoopte ik diep vanbinnen dat hij uiteindelijk voor mij zou kiezen. Maar toen bleek dat hij daar geen enkele belofte over deed – geen richting, geen duidelijkheid – begon mijn enthousiasme langzaam te vervagen. Mijn gevoel doofde uit. Al snel begon ik hem te zien voor wat hij werkelijk was: een man die nergens voor terugdeinsde om nét dat beetje extra voor zichzelf eruit te slepen. En eerlijk gezegd – ik vond hem al gauw gewoon een enorme eikel.
Achteraf bezien verbaasde ik me over mijn eigen bijna obsessieve houding ten opzichte van hem. Ik begreep simpelweg niet meer wat me toen zo in de ban had. Meer dan eens heb ik mezelf sindsdien vervloekt – en stevig toegesproken – om die naïeve blik waarmee ik destijds naar het geheel keek. Sindsdien wist ik zeker: dat laat ik me geen tweede keer overkomen. Lesson learned.
Ontdek meer van verwondervrouw.nl
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Listig hè die aantrekkingskracht, wild verliefd worden. Bijna zonder controle. En zo belangrijk om mee te maken. Mooi geschreven. Ik voelde het gebeuren. 😉