Ver weg, maar toch zo dichtbij

body of water between green leaf trees
Photo by Ian Turnell on Pexels.com

De laatste paar dagen ben ik echt helemaal uit mijn doen. Ik ben echt niet te genieten, en ik kon mijn vinger er niet goed opleggen wat me nu precies zo dwars zit. Behalve dit weer dan. De koude. De gure luchten. Dat deprimerende waar ik anders nooit echt last van had. Totdat di Mama er vanmorgen uitspraken over deed, tijdens ons dagelijkse eerste telefoontje.

Vorig jaar, rond deze tijd werd pijnlijk duidelijk dat mijn broer (56) het niet zou overleven, die rot-blaaskanker. We werden natuurlijk tussen zijn sterke wil (onze hoop) en (de kracht van die reeds uitgezaaide kanker naar zijn darmen) wanhoop geslingerd. We togen natuurlijk meermaals op pad om hem te bezoeken daar in dat ziekenhuis en later ook thuis. Al leek de situatie me nog niet erg door te dringen. Na Kerstmis vorig jaar overleed mijn broer.

Nu gaan we deze nare periode nog tegemoet, en ik mag wel stellen, met angst en beven. Want mijn hemel, wat een gemis is dít.

Gedurende de zomer heb ik nog niet de pijn en het verlies ervaren wat me nu in levenden lijve toe lijkt te schreeuwen. En het lijkt er wel op dat de huidige weersomstandigheden dat verergeren. De koude. De gure luchten. Dat deprimerende. Het lijkt een directe associatie te zijn met dit gruwelijke verlies.

Ik mis de momenten waarop ik iets met hem kon delen. De whatsappgesprekjes. Zijn manier om deze rotziekte te relativeren. Zijn humor. Zijn doen en laten. Ik mis mijn broer. Ik wil hem terug. Het heeft me nu lang genoeg geduurd, zijn afwezigheid.

Ieder moment verwacht ik hem nog terug. In levenden lijve. Dat hij zomaar weer binnen komt wandelen. En er gewoon weer zal zijn.

Toen van de week mijn radiatoren plotseling weer die warmte afstraalden, was ik even heel dankbaar omdat ik het gevoel had dat mijn broer me – ondanks daarboven op dat wolkje – toch nog even mee had geholpen dit te fixen. Want ik mocht van mijn levensdagen van hem nooit roepen, dat ik iets niét kón. Dat is dan precies mijn mooiste herinnering aan hem. Al had ik hem 1.001 maal liever weer terug. Daar waar hij hoort. In levenden lijve.

Delen?

4 reacties

  1. Dat is dus rouw. Op de gekste momenten en zonder aanleiding ineens dat verschrikkelijk ‘missen’ weer voelen. Ineens stop je met doorhollen en staat de wereld weer even stil. Kut! aan de andere kant ook wel heel goed…het zou erger zijn als je er niet telkens verdrietig van wordt….dan ben je je broer ‘vergeten’. Sterkte!

  2. Wat ontzettend moeilijk, je broer missen.

    Ik merk bij het missen van mijn ouders, dat het gemis je ineens kan overvallen. Of dat het soms ineens tot je doordringt “ze zijn er niet”. En bij ouders weet je dat het een keer gaat gebeuren, een broer hoort nog niet. Ofzo.

    Nouja, sterkte in elk geval. En dan ook nog zo’n rotperiode, waarin het gebeurde.

Wat je niet wilt missen:

scroll to top

© verwondervrouw.nl. Alle rechten voorbehouden

Ontdek meer van verwondervrouw.nl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder